Is een betrekkelijk kleine, bijna vierkante granaattoren met een zijlengte van 6,5 meter. Hij steekt aan de veldzijde ongeveer vier meter voor de muur uit. Boven de zeer hoge benedenverdieping zijn er nog drie. Deze hebben schietgaten aan alle drie de zijden. De afzonderlijke verdiepingen waren van elkaar gescheiden door balkenplafonds, maar met elkaar verbonden door laddertrappen. In het metselwerk van de bovenste verdieping waren aan elke kant twee rechthoekige vensters aangebracht en rondom liep een houten kanteel. Zoals stadsgezichten tot het begin van de 19e eeuw laten zien, had de toren altijd een dak, dat daarna verloren is gegaan. Het huidige dak, de leien van de toren aan de stadszijde, de getraliede vensters en het kanteel op ijzeren liggers dateren van een particuliere aanbouw die in de jaren particuliere uitbreiding, uitgevoerd tussen 1979 en 1983. De toren kan niet worden bezocht.