Boven het nogal ruim bemeten poortgebouw rees een toren met meerdere verdiepingen en een gotisch dak, waaraan een traptorentje was bevestigd. Voor de poort kon een valhek worden neergelaten, waarvan de onderste consoles tot 1945 nog zichtbaar waren. De toren werd waarschijnlijk in 1689 opgeblazen door Franse troepen die - volgens de instructies van de Franse minister van Oorlog Louvois - alle bolwerken langs de rechteroever van de Rijn moesten versterken of platbranden.

Ook de toren van de poort van Koblenz en de toren boven de veepoort zullen het slachtoffer van deze maatregel zijn geworden. De onderste helft van de traptoren is tot in de 19e eeuw bewaard gebleven. Ook de poort van de kerkpoort bleef intact en werd pas in de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog door terugtrekkende SS-divisies opgeblazen om de opmars van de Amerikanen te belemmeren, wat militair gezien een zinloze maatregel was, niet alleen met het oog op het naderende einde van de oorlog. Omdat hierover weinig twijfel bestond, werd het opblazen van de kerkpoort later soms ten onrechte toegeschreven aan de Amerikaanse strijdkrachten.

Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)