Een gebouw uit de 14e of 15e eeuw. Het jaar 1438 kan worden aangenomen als het bouwjaar van het "Hohes Haus", zoals bewezen door dendrochronologisch onderzoek. De bouwer was aartsbisschop Raban van Trier, of met zijn toestemming, de ridder Friedrich von dem Steyne bei Nassau, aan wie het leengoed en het baljuwschap van de heerlijkheid Arenfels tussen 1412 en 1451 waren verpand. Het "Hohe Haus" (Hoge Huis) was waarschijnlijk de woontoren van de Sankt Georgenhof van het gelijknamige Bambergse klooster. Het Keulse plafond in de noordelijke kamer op de begane grond en de wenteltrap, waarvan de as kurkentrekkerachtig uit een eiken stam is gesneden, verdienen speciale aandacht. In 1785 kreeg het huis een uitbreiding met twee verdiepingen, gemaakt van breuksteen op de begane grond en eenvoudig vakwerk erboven. Tot 1996 veranderde het huis verschillende keren van eigenaar totdat het werd aangekocht door de plaatselijke geschiedkundige vereniging. De vereniging vraagt bescherming aan volgens de wet op de monumentenzorg en richt een streekmuseum op met deskundig advies en steun van de monumentenzorg en talrijke burgers van Bad Hönning en industriële en ambachtelijke bedrijven. In mei 2000 wordt het hoofdgebouw met het heemkundig museum geopend.